Het is nu zondagochtend tien uur en we zijn net klaar met de was en douchen. dat ik dit erbij vermeld komt omdat we wel een hele rare ochtend hadden wat verder op in dit verhaaltje wel duidelijk word. Gisterenochtend stappen we om een uur of half tien op de fiets richting Domažlice. De bedoeling is dat we eerst een stukje richting de Duitse grens rijden, daar zijn we vlak bij, en dan binnen door via Ceska Kubice, Pelechy en Tlumacov fietsen. De eerste plaats die wij tegen komen is dus niet Ceska Kubice maar Pec en dat ligt de andere kant op. Geen punt dan gaan we via een andere route naar Domažlice.
Als we voorbij Ujezd zijn gaat de weg dalen en ik hoef niet meer te trappen. Het is een wit weggetje op de kaart wat betekent dat er wel eens een stukje asfalt ligt in plaats van dat er een gat zit. Als ik omkijk ben ik Esther al uit het zicht kwijt en ik krijg het wel heel druk met op de weg letten. Het is zelfs zo erg dat ik toch wel een beetje bang begin te worden maar ik spreek mijzelf vermanend toe dat ik nu ook weer niet zo hard ga. Als ik eindelijk de tijd krijg om op mijn snelheidsmeter te kijken ontdek ik dat ik zestig rij. Nu was dat vroeger op een brommer absoluut geen probleem maar met deze dunne bandjes op een gatenkaas weg is toch wel iets anders. Dus heel hard remmen en terug naar dertig kilometer. Hard zat!
We bereiken Domažlice gezond en wel en lopen rond maar eigenlijk kennen we het stadje al. Dus we lopen nog een keer naar de supermarkt voor naald en garen want er is wat stiksel van de tent los gekomen. Hierna eten we het brood op wat Esther al had klaar gemaakt en zoeken we de fietsen op voor de terug reis. Deze moet gaan via Nevolice, Straz en st. Pasenice waarbij we hopen dat er dan een pad is die ons er tussen door laat naar Babylon. Nevolice is rechtdoor naar boven en als we boven zijn kijken we gelijk boven Domažlice uit. Dat was dus een stevige klim die we ook lopend hebben gedaan. Daarna is het rustig dalen tot in Novalice zelf. En daar zijn ze weer vergeten om borden neer te zetten.
Dus we zetten ons duiveninstinct aan en nemen een boerenpad of karrespoor want zo zien de meeste fietspaden er uit. Dat word een spoor door het grasland en aan het eind daar van staan we voor een grote omgeploegde en ingezaaide akker. Terug hebben we geen zin in dus met de fiets aan de hand over de akker heen in de richting die ons richtingsgevoel aangeeft. Uiteindelijk komen we weer op een asfaltweg en als we het dorpje inrijden zijn we in Mrákov. Dat is iets uit de richting dus we vertrouwen nu niet meer op de kaart met fietsroutes en op ons duiveninstinct. Natuurlijk komen we wel weer op de goede weg en we vinden gelukkig ook nog een weg door het bos naar Babylon.
Op deze manier snijden we een kilometer of zeven af maar het word uiteindelijk een echt bospad en die zijn niet bedoeld voor mensen uit Nederland met stadsfietsen. Naar boven is het dus lopen en naar beneden ben ik aan trail rijden. Tenminste zo iets zag ik vroeger wel eens op tv en dat betekent volgens mij weinig gas geven (trappen op de fiets), veel remmen (moet mijn blokken nakijken) en zorgen dat niet je voeten op de grond komen wat mij ook lukte. Esther kiest de veilige weg en loopt naar beneden wat in ieder geval makkelijker gaat dan naar boven.
En zo komen we in Babylon aan waar we eerst langs de supermarkt rijden en er achter komen dat het sobota is. Dat is zaterdag in het Tsjechisch en dat betekent dat de winkels sluiten om twaalf uur! En we hebben geen avondeten en geen brood voor morgenochtend. Dus we fietsen maar door naar de camping en nemen eerst maar een vers getapt biertje want die hadden we toch echt wel verdiend. De totale rit naar Domažlice is met de auto heen en weer maar veertien km. en wij hebben er in totaal 36 afgelegd. En natuurlijk ook de tent maken wat ook wel weer leuk is om te doen. In ieder geval iets anders dan een lap op een kapotte spijkerbroek van de kinderen naaien.
Gisteren dus maar buiten de deur gegeten en vanochtend weer naar Domažlice gereden maar dan met de auto om daar brood en eten voor vanavond te halen. En daarom ben ik zo laat begonnen met het typen van het verhaaltje. Straks zoeken we het meertje op wat hier vlak bij de camping is en waarin de vissen duidelijk zwemmen. Het is zelfs zo veel vis dat ze zich eigen laten voeren met brood en de eenden geen kans krijgen om wat mee te eten.
Voor vandaag gebeurt er dus waarschijnlijk weinig meer en morgen gaan we weer rijden maar nu in de richting van Cheb. Dus het volgende verhaaltje komt waarschijnlijk dinsdag weer als er internet is.
Rapporteer