Inderdaad, oplettende lezer, we hebben onze plannen veranderd want toen we gingen kijken wat er te doen zou zijn in Turijn werd deze stad vergeleken met Milaan en van die lijkwade was helemaal geen sprake. Nu waren we allebei wel blij met mijn werk van de afgelopen winter waardoor we een hele grote keuze hadden uit campings in de Piëmonte en daaruit kozen we er één die op drieënhalve uur afstand rijden was. Dit omdat we al van tevoren weten dat we toch wel vertraging krijgen want wij rijden nooit zo hard.

Na een bezoek aan de supermarkt in Camprosso rijden we in de richting van de Franse grens want dat is de snelste route als we geen gebruik maken van de tolweg. De tolweg is trouwens 7 minuten langzamer en nooit zo mooi. Bij Google Maps had ik al gezien dat we dan een bergpas zouden gaan krijgen maar dat zou niet de eerste keer zijn en onze auto is er ook sterk genoeg voor.

Dus we gaan linksaf de pas op want even verderop is de tunnel van Tende waar wij niet door heen mogen van Maps want die kost geld, dus tol. De weg is niet echt geweldig maar wel mooi met een beek ernaast waar we ook even voor stoppen om een foto te maken. En weer verder naar boven maar de weg word wel steeds slechter tot we uiteindelijk niet meer op asfalt rijden maar over de gaten waarnaast, soms, een stukje asfalt ligt.

En sommige stukjes zijn ook best wel steil en met enige regelmaat horen we ook de voorwielen slippen over het grind. Dus Esther zit met samengeknepen billen, want ik rij soms wel heel dicht langs het randje om de gaten te vermijden, en ik heb het zweet in mijn handen om die auto en de caravan veilig, en heel, over deze weg te krijgen.

Tijdens een stop komen er twee motoragenten langs rijden die niet stoppen dus ik denk dat we hier toch met een aanhanger mogen rijden of ze hadden geen tijd om goed om zich heen te kijken in verband met alle gaten of ze hadden gewoon medelijden met ons. Er rijden daar ook fietsers die toch nog iets langzamer gaan dan ons maar het kost moeite om ze in te kunnen halen want wanneer is de “weg” breed genoegen is deze ook nog een beetje vlak. Maar het lukt gelukkig wel want het rijdt lekkerder als ik mijn eigen tempo kan aanhouden.

Tot we in de afdaling zitten en ik in de stofwolken achter mij een fietser zie die ik al een tijdje daar voor had ingehaald. Omdat ik graag mijn eigen tempo rij verwacht ik dat ook van een ander dus ik laat hem voorgaan wat ik, achteraf, beter niet had kunnen doen want honderd meter verder gingen we weer stijgen. We zijn voor mijn gevoel ook boven de boomgrens uit wat door dit bordje bevestigd word. Esther heeft tijdens de rit nog twee herten zien grazen en durfde mij daar niet op te wijzen. Dat betekent dat Esther deze vakantie al drie herten in het wild heeft gezien en ik nog niet eens een salamander. Nou ja, behalve dit kalf dan maar die hebben we samen gezien. We stoppen weer even om nog een paar foto's te maken.

We zijn beide blij dat we uiteindelijk op een asfaltweg terecht komen ook al heeft deze ook wel een paar bochtjes voor mij in petto. Op het gemakje rijden we door naar de camping die we hadden bedacht en ze waren zo vriendelijk om ook nog een plaatsje voor ons te hebben. Dus nu staan we op camping Valle Gesso in Entracque. Als we ons hebben geïnstalleerd gaan we nog eens nakijken waarom we over zo een oude/slechte weghebben gereden en komen erachter dat de tunnel van Tende de enige tunnel is waar geen tol voor nodig is. Dus hadden we die hele pas niet hoeven doen, maar hadden we deze ervaring ook gemist. En, achteraf bekeken, had ik toch niet het uitzicht willen missen.

Na het eten, de koffie en een lekker wijntje is het tijd om ons bedje in te kruipen voor een welverdiende rust.


Deze zaterdagochtend word ik weer om even zeven uur wakker wat mijn vakantieuitslaaptijd blijkt te zijn. Na de een bezoek aan het sanitair van deze camping begin ik aan de koffie waarvoor Esther om even acht uur uit het bed komt. Dan is het eerst samen een kopje koffie drinken, ga ik de broodjes halen en dekt Esther de ontbijttafel en kookt ze de eitjes. Ja, dat was altijd mijn taak maar deze heb ik overgedragen want we hebben nu een elektrische eierkoker bij ons en dat is niet zo spannend als ouderwets water koken.

Na daarvan te hebben genoten ruime we af en nemen nog een bakkie om ons geestelijke er op voor te bereiden dat we nu weer naar het sanitair moeten maar nu om water over ons heen te laten spoelen. Ieder keer ben ik bang dat ik smelt van water, ondanks dat mijn moeder toen ik heeel veeel jonger was dat dat nooit kon gebeuren, wat ook dit keer niet is gebeurt. Terug bij de caravan blijkt de afwas bang te zijn om alleen zich eigen te wassen dus die heb ik onder dwang onder de kraan gedaan.

Omdat de koffie op is nog maar een potje gezet en als die koffie op is gaan we naar Borgo San Dalmazzo om daar boodschappen te doen. Even had ik nog het idee om ook in het centrum te kijken maar het zag er niet aanlokkelijk uit dus we gaan alleen maar naar de supermarkt. Behalve een bezoek aan de supermarkt lopen we ook een kledingwinkel in om een joggingbroek te kopen voor Esther want het koelt best goed af ‘s avonds hier in de bergen. Hierna slaan we voor drie dagen eten en drinken in en laten we de auto wassen want dat heeft ze wel verdiend.

Terug op de camping lunchen we, marineer ik vast het vlees voor het avondeten en snij de champignons en gaan we wandelen naar Entracque waar we een ijsje hopen te scoren. Natuurlijk lukt dat en van de rest van mijn hoorntje voer ik een invalide mus. We wandelen weer terug naar de camping, bestellen brood voor morgen en gaan beginnen aan ons middag/avondritueel.

Misschien gaan we morgen hier in de bergen wandelen.

1000 Resterende tekens